Lage mortaliteit na katheterablatie voor atriumfibrilleren

Onderzoekers hebben met behulp van NHR data de mortaliteit na katheterablatie voor atriumfibrilleren in Nederland in kaart gebracht. Onderzoeker Daniël Mol: ‘Van de ruim 18.000 behandelde patiënten overleden er 12 binnen 30 dagen na de interventie. Daarmee doet Nederland het goed in vergelijking tot andere landen.’

Katheterablatie is een belangrijk onderdeel van de behandeling voor atriumfibrilleren. Daniël Mol, onderzoeker en technician cardio-elektrofysiologie bij OLVG, doet onderzoek naar deze behandelmethode. ‘Uit diverse internationale studies blijkt dat de 30-daagse mortaliteit na een katheterablatie varieert tussen de 0 en 0,57%. In eerder onderzoek hebben we laten zien dat in Nederland bij 3,6% van de patiënten complicaties optreden’, vertelt Mol.

In 2019 verscheen een publicatie uit de Verenigde Staten. Hierin lieten onderzoekers zien dat patiënten die zijn behandeld in een centrum waarin jaarlijks een klein aantal patiënten een katheterablatie krijgen, een verhoogde kans hadden om te overlijden. Dit was voor de registratiecommissie Ablatie van de NHR aanleiding om nader onderzoek te doen naar de mortaliteit na katheterablaties in Nederland. Mol pakte dit samen met zijn collega’s op.

Mol: ‘We bekeken de data die binnen de NHR verzameld zijn. Van ruim 18.000 patiënten die tussen 2013 en 2018 in 14 verschillende centra een katheterablatie hadden ondergaan waren de mortaliteitsgegevens beschikbaar. Van deze 18.413 bleken er 12 te zijn overleden binnen 30 dagen na de interventie. Dat komt neer op 0,07%.’

‘De sterfte bleek zeer laag en het effect van volume op mortaliteitsuitkomsten was voor Nederlandse centra niet zichtbaar. In de Amerikaanse studie werd een laagvolume centrum gedefinieerd als een centrum waarbij minder dan 10 procedures per 8 maanden werden uitgevoerd. Volgens deze definitie kunnen alle centra in Nederland worden geclassificeerd als hoogvolume centra voor katheterablatie. Uit ons onderzoek bleek dat de hartcentra in Nederland gemiddeld 236 katheterablaties per jaar uitvoeren.’

De resultaten van deze analyses zijn gepresenteerd op het congres van de European Society of Cardiology (ESC) afgelopen zomer. Mol heeft inmiddels bij de NHR een verzoek ingediend voor aanvullend wetenschappelijk onderzoek hiernaar. Hij legt uit: ‘Uit eerder onderzoek met Nederlandse data weten we dat de Nederlandse populatie relatief weinig co-morbiditeiten heeft. Dat kan uiteraard een effect hebben op de 30-daagse mortaliteit. We zouden dit graag verder onderzoeken en streven er daarbij naar om data van alle 16 hartcentra in Nederland mee te kunnen nemen’.